Deze blog schreef ik vanuit Chili, een land waar mijn partner en ik voor het eerst vijf jaar geleden kwamen en waar we direct ons hart verloren aan de overweldigende natuur – van een gortdroge woestijn tot eindeloze ijsvelden- , de uitgestrektheid en de vriendelijke, wat ingetogen mensen. Als we lieten merken dat we het leuk vonden (en voldoende Spaans spraken), gingen ze graag met ons in gesprek. Want ze we waren trots op hun land: dat economische wonder en baken van stabiliteit in Latijns-Amerika.
Dat was althans het eerste verhaal dat we steeds hoorden. Wanneer we wat langer met hen in gesprek gingen (en naarmate ons Spaans beter werd), hoorden we ook over de zorgen die er waren: over de ongelijke verdeling van de welvaart, over het onderwijs dat voor steeds minder kinderen bereikbaar werd (althans: goed onderwijs) en over hoe ingewikkeld het was om elkaar te vinden in de verschillende opvattingen over de dictatuur waaraan het land zich had ontworsteld.
Met andere woorden: het bovenstroomverhaal over de cijfers stemde mensen trots en tevreden, maar er was zorgelijke onderstroom – ervaringen, belevingen en emoties. Waar dat toe leidde, zagen we in Chili overal om ons heen: in het najaar waren er heftige protesten uitgebroken, die gepaard waren gegaan met enorme vernielingen. De protesten werden, met het oog op de klimaattop die in december zou plaatsvinden, hardhandig door de autoriteiten neergeslagen. Wat tot meer en grotere protesten leidde. De klimaattop werd snel naar Madrid verplaatst en de president trok het boetekleed aan: hij verklaarde nederig dat meer mensen in de welvaart moesten kunnen delen en zegde een nieuwe grondwet toe.
In onze gesprekken met mensen merkten we dat die bovenstroomoplossing weinig vertrouwen wekte. Toch zagen we hoe zij in dorpen en op pleinen het gesprek over de nieuwe grondwet met elkaar voerden. ‘Wat moeten we anders’, zeiden ze: ‘We kunnen ons land niet in de steek laten…’
Die discongruentie tussen boven- en onderstroom is ook in organisaties een slechte cocktail. Hij leidt tot stagnatie, veranderingen die niet van de grond komen, een cultuur waarbinnen steeds minder mogelijk is, ongezonde afstand tussen leiding en medewerkers en beloften die buiten niet worden waargemaakt, met tegenverhalen als gevolg. In organisaties zal de revolutie niet uitbreken en zijn de gevolgen natuurlijk niet zo ingrijpend als ze in Chili zijn. Maar conflicterende boven- en onderstroom leidt uiteindelijk altijd tot tegenvallende bedrijfsresultaten, oplopend ziekteverzuim, verspilling van middelen aan interventies die niets opleveren en vertrek van gewaardeerde medewerkers.
Bovenstroom (het meetbare, het officiële verhaal, het zichtbare gedrag) die niet in lijn is met de onderstroom (ervaringen, belevingen, emoties van mensen) is ook het thema van mijn nieuwe boek, Storylistening,dat inmiddels eind februari is verschenen en dat ik samen met StoryPractitioner Simone Beemster heb geschreven. Het boek laat zien hoe het anders kan:
- Hoe onderstroom goed in kaart te brengen is door de verhalen die medewerkers, klanten en anderen vertellen, serieus te nemen, vast te leggen, de betekenissen erin te onderkennen en de patronen erin te leren zien die zichtbaar maken wat er nodig is om een organisatie vooruit te helpen.
- Hoe verhalen daarna kunnen worden ingezet om een constructieve dialoog met elkaar aan te gaan, om de identiteit van een organisatie op een geloofwaardige manier te verhelderen of te versterken, om een (cultuur)verandering wél te laten slagen, om de buitenwereld binnen te halen, om betekenis te geven aan een abstracte missie of visie of om corporate of visieverhalen te ontwikkelen die níet tot tegenverhalen leiden.
Gelukkig dringt in steeds meer organisaties het besef door dat mooie verhalen de wereld in zenden weinig uithaalt; échte communicatie en verbinding in organisaties begint altijd met luisteren. En dus begint storytelling altijd met storylistening.
Mensen in Chili voeren na een heftige strijd nu het gesprek met elkaar. Dat vind ik bewonderenswaardig. Ik hoop van harte dat het hen brengt wat ze ervan hopen: een beter verhaal dan een bovenstroom-jubelverhaal dat niet strookt met hun eigen beleving. Een eerlijk verhaal, dat ook wordt wáárgemaakt en hen weer met elkaar kan verbinden.
Organisaties zijn ook gediend met een eerlijk verhaal dat als een toetssteen werkt. Waardoor het bijdraagt bij aan hun effectiviteit en wendbaarheid, aan een krachtige identiteit, aan tevreden klanten, cliënten of patiënten en medewerkers die zich verbonden voelen en die extra meter willen zetten. Omdat ze in hun organisatie geloven. Zo’n eerlijk verhaal kan maar op één manier worden ontwikkeld, namelijk door te beginnen met naar elkaar te luisteren: wat leeft er in de onderstroom…
Ik hoop dat luisteren het woord van 2020 wordt!
Nieuwsgierig naar het boek Storylistening? Meer informatie vind je hier.
Annet Scheringa, december 2019